De wereld rond

In een paar dagen hebben we bijna elk weertype gezien waar een Hollandse zomer toe in staat is. Vandaag is het, zoals het weerbericht zegt, wisselend bewolkt. Een optocht van wolken trekt langs de strakblauwe lucht.

Ik zit in de trein, voor het eerst sinds jaren in een volstrekt lege wagon. We rijden door een troosteloos landschap.

Maar gelukkig, wat voor lelijks mensen ook bouwen, de lucht erboven is altijd mooi. Waarom kijken architecten niet eens wat vaker omhoog voor inspiratie?

Het spoor buigt langzaam oostwaarts. Die wolk daar is wit als marmer. Maar hij heeft niets van een standbeeld, het is een rond zweefbeeld. De trein staat stil. De wolk verdwijnt achter de toppen van de populieren.

Hoe lelijk de gebouwen ook zijn, de bomen ertussen zijn ook altijd mooi. Er schiet me een verhaal te binnen van Black Elk, ja ik geloof dat hij het was. Het probleem met de blanken was volgens hem dat ze in huizen wonen met rechte hoeken. De indianen daarentegen, zei hij, wonen in ronde huizen. En hij voegde er de volgende onvergetelijke uitspraak aan toe: wij bouwen ronde huizen, net als de vogels, want die hebben dezelfde religie als wij.

Dat lijkt me het mooiste wat er is: dezelfde religie te hebben als de vogels. Als daar een kerk voor bestaat, wil ik erbij. Tja, dan moet je maar gauw een boswandeling gaan maken, want de hoge stammen en de lichtval door de takken, daar kan geen kathedraal tegenop. Morgen!

We hebben ondertussen vijfhonderd meter gereden en nu staan we alweer stil. Van de bebouwing hier word je niet vrolijk. Ik kijk maar weer naar de wolken. Wolken als draden, vlokken en waaiers, ik wou dat ik nu op mijn rug in het gras kon liggen en uren naar de lucht kon kijken. Ik heb meestal heel eenvoudige wensen.

Ineens denk ik aan Angelus Silezius.

‘Ge vraagt wie God is’ schrijft hij, en hij vervolgt:

‘zo ge het zelf niet zijt,

is hij een wolk die langs de hemel glijdt.’

Laat ik eens doen alsof ik niet begrijp waar Silezius heen wilde. Dan lees ik dus dat daar, die hoge wolk in de lucht, God is. Wat zou dat kunnen betekenen?

Niet dat deze ene uitverkoren wolk God is en de andere wolken niet. Ook niet dat God als wolk vermomd kijkt hoe het er hieronder aan toegaat.

Zou het kunnen zijn dat de vorm van een wolk de handtekening is van die factor X die men soms God noemt? In plaats van zijn of haar werk met een X te ondertekenen geeft zij of hij met zo’n wolk even snel een kaartje af. Als een signatuur, een signaal, dat ons eraan herinnert hoe we dingen vorm moeten geven.

We rijden weer. Een nieuwe buitenwijk van een stad. Huizen in jaren dertig stijl die fantasieloos om een rechthoekig perkje staan gegroepeerd.

Wat er ook gebouwd wordt, eigenlijk zijn de mensen die daarin wonen – ik moet me nu precies proberen uit te drukken en eens goed proberen te ondergaan wat ik nu op ga schrijven – eigenlijk zijn de mensen die daarin wonen altijd mooi.

Simpelweg omdat ze er van binnen misschien wel net zo uitzien als een wolkenlucht en ze ergens toch nog dezelfde religie hebben als de Indianen. Ja, misschien dat ze op de een of andere manier zijn geschapen naar een evenbeeld van wolken.

Misschien, als vormgevers weer meer naar mensen en wolken leerden kijken – dat we dan een andere wereld kregen.

Een wereld die niet langer alleen maar rechthoekig is.

Een wereld waarin dingen weer rond zijn.